Winterkamperen met de camper in Zwitserland

De adembenemende schoonheid van het Jungfraugebied

Sinds ons gezin in de jaren zestig naar Zwitserland op vakantie ging – mijn ouders huurden een bovenetage dicht bij Interlaken – is het begrip ‘Eiger Mönch Jungfrau’ in mijn geheugen verankerd. Het indrukwekkende bergtrio werd de maat voor alle (vakantie)dingen. Na mijn jeugd keerde ik met regelmaat terug naar het Berner Oberland en steeds weer werd ik blij als de waterval van Lauterbrunnen in zicht kwam. Hoe het daar in de winter is, heb ik pas onlangs kunnen meemaken.

Met twee personen maken we begin januari de reis met een nieuw model van de Italiaanse camperbouwer Laika, de ruime en comfortabele Kosmo halfintegraal.

Kosmopolitisch

Al sinds eind 19e eeuw wordt het Jungfraugebied door toeristen uit de hele wereld bezocht. Ook als je aardig wat gewend bent, kijk je boven op de Jungfraujoch toch je ogen uit; bonte stoeten van Aziaten, Europeanen, Arabieren en Amerikanen trekken voorbij in de meest uiteenlopende uitdossingen. ‘Kosmopolitisch’ noemen ze het hier. Op de hoogste etage van het ‘toerisme- en wetenschapgebouwtje’, de Sphinx genaamd, is een horlogewinkel. Onze gids: ‘Sommige Aziaten en Arabieren willen per se hier boven een Zwitsers horloge kopen, bijvoorbeeld een van twintigduizend Zwitserse frank.’ Een van de winkels heeft uitsluitend Chinees personeel.


Lauterbrunnen en Grindelwald

Centrum van een echt trogdal – een gletsjer sleet het U-vormig uit – is Lauterbrunnen, een gemoedelijk dorp dat in de 13e eeuw ontstond en nu zo’n 850 inwoners telt. Het ligt op 796 m in een dal met steile, zelfs verticale wanden. Op veel plaatsen komen beken naar beneden. De opvallendste waterval, tevens het icoon van Lauterbrunnen, is de Staubbachfall – het water valt en stuift hier 297 m naar beneden. ’s Avonds is de bergwand verlicht. Vlakbij is Camping Jungfrau, mooi en rustig gelegen en volledig toegerust op wintergasten. Het zeer comfortabele sanitair is heerlijk verwarmd, er is een droogkamer voor kleding en handdoeken en eentje voor schoenen. Van de camping gaat in vijf minuten een bus naar het dorp en het station.

Toeristisch gezien valt Lauterbrunnen, met zijn handvol hotels, in het niet bij het mondaine Grindelwald. Dat grotere dorp, dat van horeca, sportzaken, horloge- en andere souvenirwinkels aan elkaar lijkt te kleven, ligt in opener landschap; je kijkt er direct op de Eiger. Ook hier is een wintercamping. De cabinebaan naar First maakt een scala van ski- en wandelmogelijkheden bereikbaar.


Uitzicht vanaf de Männlichen

In de vroege ochtendkou lopen we van Camping Jungfrau naar het station van Lauterbrunnen. We nemen het treintje naar Wengen, een exclusief vakantiedorpje dat bijna driehonderd meter hoger ligt. Met een gondelbaantje stijgen we verder richting Männlichen. Als eersten die dag – de sneeuw is nog niet betreden –lopen we over de Royal Walk naar de top op 2343 m. Het uitzicht is fabelhaft; de Thunersee ligt nog onder een dik pak wolken, links daarvan steken de zonbeschenen Berner Alpen er ver bovenuit. Als we in de richting van Eiger, Mönch en Jungfrau kijken, zien we net de zon ‘opkomen’ achter het drietal.

Magnifieke Jungfraubahn

’s Middags maken we een van de bijzonderste Alpenervaringen mee, het treintje naar de Jungfraujoch, 3454 m hoog, aangevuld met een lift tot 3571 m. En dat bij stralende zon. Sandra, van de firma Jungfraubahnen, reist met ons mee. Van Kleine Scheidegg klimt het treintje door de eindeloze sneeuwvelden omhoog, tot het in een lange tunnel verdwijnt. Sandra maakt van de gelegenheid gebruik om te vertellen dat deze tunnel in 1912 gereed was, na 16 jaar noeste en gevaarlijke arbeid van vooral Italiaanse mijnwerkers. Het spoor werd dwars door de Eiger aangelegd. ‘De vroege toeristen, vóór 1850, kwamen met een paardenkoets naar Thun en lieten zich over het meer naar Interlaken roeien, veelal een bijverdienste van boerinnen. Met paard en wagen lieten ze zich in het Jungfraugebied rondrijden. Het waren rijke mensen, sommigen bleven wel drie maanden.’ Dit idyllische verhaal over de pioniers van het toerisme krijgt een scherp contrast als we eenmaal op de Jungfraujoch zijn aangekomen. Ook al is het snerpend koud in de felle wind, we genieten volop van de prachtige wereld van sneeuw en ijs. Over de Aletschgletsjer kijk je Wallis in en daarachter zie je Italiaanse bergtoppen. Hoe adembenemend dit winterwonderland ook is, de bonte mengeling van toeristen op dit ‘dak van Europa’ is ook eigenlijk wel fenomenaal. Op talloze plekken wordt er geestdriftig geposeerd en gefotografeerd door vooral Koreanen, Japanners en Chinezen, in iets mindere mate door Indiërs en Arabieren. Omdat het lang niet altijd goed weer is, is er ook indoorvermaak zoals ijsbeelden en enigszins bombastische presentaties. ‘Europa wordt het pretpark van de wereld’ las ik onlangs in Ilja Pfeijffers nieuwste roman. In de trein terug krijgt het landschap weer de overhand. Het treintje is duur, maar de ervaring is dan ook uniek, bij goed weer. Komende jaren wordt er behoorlijk geïnvesteerd in verbeteringen van de spoorinfrastructuur. Reistijden worden fors korter en de vervoerscapaciteit wordt met 33 procent vergroot.

Mürren en de Schilthorn

Op een helaas veel minder mooie ochtend nemen we de bus naar Stechelberg, wat dieper het dal in. Doel is de Schilthorn, die rijst uit het dal op tot 2970 m hoogte. In etappes gaan we naar boven, even moeten we wachten tot het ijs van de kabels is verwijderd. Op de top is het draaiend restaurant Piz Gloria, in 1969 – de bouw was nog niet af – het decor van de James Bondfilm On her Majesty’s Secret Service. Helaas is er geen uitzicht; we hadden ons verheugd op het enorme Alpenpanorama. Op mooie dagen kan het zicht reiken tot de Vogezen en het Zwarte Woud. Ook hier is voor vermaak gezorgd. Alles ademt hier 007. Die film is vijftig jaar oud maar het is toch nog steeds indrukwekkend om in een leuk opgezette expositie te zien hoe de film werd gemaakt, welke risico’s werden genomen bijvoorbeeld. Iets lager is een iglo gebouwd. Op tussenstation Birg (2677 m) vind je een ‘skyline platform’ waar je in de diepte kijkt, en een ‘thrill walk’ van 200 m lang, je loopt dan langs de steile wand, een kick voor hoogtevreesvrijen.

Vanuit het lieflijke en prachtig gelegen autovrije dorp Mürren (1638 m) maken we een urenlange sneeuwschoenwandeling met aardig wat hoogtemeters. De sneeuwschoenen en stokken zijn daar te huur. Het uitzicht is beperkt maar het geploeter door de verse sneeuw is heerlijk!

Grindelwald, First, Faulhorn

Het sneeuwt overvloedig als we in Grindelwald het baantje nemen naar First (2168 m). Boven is het guur, het zicht is misschien twintig meter. Op initiatief van gids Sandra lopen we een stuk van de ‘Cliff walk’, een uitdagend pad van roosters dat tegen de steile wand is geplakt. Het plan was om in twee uur naar de Faulhorn te lopen en vandaar met een slee een superafdaling te maken naar Grindelwald, de Big Pintenfritz. Maar helaas. Deze tocht bewaren we voor een volgende keer, die zal er namelijk zeker komen. In het lekker warme Berggasthaus van First nemen we koffie en taart. Sandra deelt haar mijmeringen over de kunstenaars die rond Interlaken verbleven: Goethe eind 18e eeuw en in de 19e eeuw de componisten Felix Mendelssohn, die hier aquarellen maakte, en Johannes Brahms. Ze refereert aan de liefdevolle briefwisseling tussen Brahms en de zeer gevierde pianiste Clara Schumann die enige tijd beiden in Zwitserland verbleven.

Tekst en foto's: Harry Schuring

Laat een reactie achter

U bezoekt de website in Internet Explorer, deze browser is verouderd. Wij kunnen u niet garanderen dat de website optimaal functioneert. Wij raden u aan een andere browser te gebruiken.